Alvleesklier diabetes
De alvleesklier is een langwerpig orgaan in de buik, het is een onmisbaar orgaan.
Je hebt deze klier nodig voor een goede bloedsuikerspiegel en spijsvertering. De alvleesklier maakt stoffen die belangrijk zijn voor de spijsvertering. Zoals bijvoorbeeld enzymen voor het verteren van vet en hormonen die belangrijk zijn voor het regelen van het suikergehalte in het bloed.
De alvleesklier is een langgerekte klier van zo’n 12 à 15 centimeter lang en 1 à 3 centimeter dik.
Hij ligt dwars in je buik. Aan de bovenkant ligt de alvleesklier tegen de maag, aan de onderkant tegen de dunne darm.
De medische, Latijnse naam voor alvleesklier is pancreas.
De alvleesklier heeft 2 verschillende functies die duidelijk een andere rol hebben:
- De exocriene functie
- De endocriene functie
De exocriene functie
De exocriene functie speelt een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel. De alvleesklier produceert per dag ongeveer 1,2 liter pancreassap, dit sap speelt een belangrijke rol bij de spijsvertering.
Op het moment wanneer we voedsel proeven, ruiken of doorslikken krijgen de hersenen een seintje dat er voedsel onderweg is. Vervolgens krijgt de alvleesklier een signaal en gaat starten met het produceren van pancreassap.
Spijsverteringsenzymen zijn onderdeel van het pancreassap, en werken in op de voedingsstoffen in de twaalfvingerige darm. Wanneer deze enzymen hun werk hebben gedaan, worden voedingsstoffen via de dunne darm in ons lichaam worden opgenomen.
Wanneer de alvleesklier niet goed werkt, is dit vaak direct merkbaar. De klachten zijn buikpijn, misselijkheid, braken en diarree.
De endocriene functie
De endocriene functie speelt een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel.
In de alvleesklier zit ook klierweefsel zonder afvoerbuisjes. Dit zijn de ‘Eilandjes van Langerhans’ die o.a. het hormoon insuline en glucagon produceren. Deze kliertjes geven hun hormonen direct aan het bloed af.
In de zogenaamde Eilandjes van Langerhans worden belangrijke hormonen aangemaakt. Dit zijn insuline en glucagon. Deze hormonen spelen een essentiële rol bij de suikerstofwisseling in ons lichaam. Zij zorgen ervoor dat het bloedsuikergehalte in het lichaam in evenwicht blijft.
De alvleesklier reageert op de hoeveelheid suiker in het bloed. Is het suikergehalte (bijvoorbeeld na een maaltijd) verhoogd, dan wordt er meer insuline aangemaakt. Bij een laag suikergehalte gaat de alvleesklier minder insuline produceren.
Bij suikerziekte (diabetes mellitus) maakt de alvleesklier minder insuline aan dan nodig is. Het bloedsuikergehalte is als gevolg daarvan sterk verhoogd. Dit veroorzaakt allerlei klachten. Door dagelijkse injecties met insuline kunnen deze klachten bestreden worden.